In de St.-Christoffelkathedraal van Roermond is het grafmonument van Mattis Maroyen en zijn echtgenote Jutt Bartelmans ingemetseld.
Op de steen is het echtpaar ten voeten uit afgebeeld, realistisch weergegeven, gekleed volgens de mode van die tijd en met in gebedshouding gevouwen handen. De man en de vrouw zijn enigszins naar elkaar toegekeerd, in driekwart profiel. Het ingebeitelde omschrift in antieke kapitalen vermeldt dat Mathis Maroyen op 4 april 1592 overleed, slechts twee weken na het overlijden van zijn echtgenote op 21 maart van dat jaar:
ANNO 1592 DEN 4 APRILIS STARF MATTIS MAROYEN VND DEN 21 MARTY DES SELVIGE JAERS STARF JUTT BARTELMANS SYNE HVISFROVWE
Het snel na elkaar sterven van man en vrouw doet vermoeden dat beiden overleden als gevolg van een besmettelijke ziekte.
Tussen de beide figuren is een doodshoofd met gekruiste beenderen en een zandloper afgebeeld, twee symbolen van de dood die omstreeks 1600 herhaaldelijk voorkomen op Maaslandse grafzerken en dan, zoals ook hier het geval is, doorgaans worden verwerkt in het bovenste deel van de achtergrond. Aan hun voeten zijn de familiewapens afgebeeld, en in de vier hoeken de symbolen van de vier evangelisten: de adelaar (Johannes), het gevleugelde rund (Lucas), de engel (Matteüs) en de gevleugelde leeuw (Marcus). Ook de weergave van de evangelistensymbolen is eigen aan de Maaslandse grafkunst van die tijd. De grafsteen van pastoor Johannes Daniëls (overleden 1608) in de St.-Lambertuskerk in Neeroeteren toont dezelfde cirkelvormige motieven met daarin de evangelistensymbolen.
De gebruikte steen kwam waarschijnlijk uit een van de steengroeves uit de Maasvallei. De Naamse kalksteen is zeer fijnkorrelig, wat het mogelijk maakt om er fijne en scherpe groeven in te kappen.
Al sinds de 13de eeuw werd de Naamse steen via de Maas naar onze streek en verder stroomafwaarts vervoerd. Het is echter niet uitgesloten dat de zerk in een Luiks beeldhouw-atelier is vervaardigd. Hij is gemaakt in een zogenoemd vlak- of elementair reliëf. Het oorspronkelijke vlak van de zerk is daarbij behouden, maar de omtrekken van de hoofdfiguren zijn uitgespaard, en vervolgens een weinig uitgediept. Zo wordt een diepte-effect gecreëerd terwijl de figuren niet boven het oorspronkelijke vlak van de zerk uitsteken. Het is een techniek waarin met name de renaissance-kunstenaars uit Luik excelleerden.
Dat de twee echtelieden enigszins naar elkaar zijn toegekeerd, is kenmerkend voor deze renaissancestenen, waarbij de overledenen wat vrijer en in natuurlijkere houdingen worden afgebeeld dan daarvoor. Op de grafsteen van Jacob Eil en Elizabeth Groisbeck, die is ingemetseld in de kerk van Geijsteren en werd gemaakt na de dood van de vrouw (1574) is het echtpaar nog frontaal en in een veel stijvere houding uitgebeeld.
Gewichtige positie
Mathis Maroyen was een telg uit een bekende Roermondse familie, en bekleedde enkele belangrijke ambten, waaronder dat van raadslid, peyburgemeester, armenmeester en ontvanger van de licenten. Niet de eerste de beste dus. “De enorme grafsteen blijkt evenredig te zijn aan de gewichtige positie die hij in de stad innam,” schreef de voormalige archivaris Mart Smeets.
Pas bij de na-oorlogse restauratiewerkzaamheden in 1945 werd de bijzondere afbeelding van het echtpaar Maroyen ontdekt. Tot dan lag de bijna drie ton zware steen omgedraaid, met de vlakke kant naar boven op het O.L.Vrouwekoor. Aan deze vlakke zijde zijn verschillende namen van afstammelingen van de Maroyens ingebeiteld, die in hetzelfde graf werden bijgezet. Het oudst vermelde jaartal is 1687. Minstens vanaf die tijd maar waarschijnlijk nog langer, hebben de Maroyens met hun gezichten in het zand gelegen.
Waarom de zerk ooit is omgedraaid, is onbekend. Mogelijk stak de massieve grafplaat oorspronkelijk een beetje boven de vloer uit, iets wat in de zestiende eeuw niet ongebruikelijk was bij grafstenen voor de elite. Sommige van deze zerken lagen zelfs op korte pootjes of op een lage voet, zodat bezoekers er altijd omheen moesten lopen. Of dit bij de steen voor het Maroyen ook het geval was, is niet meer na te gaan. De geprofileerde afbeelding van het echtpaar zal echter nooit hebben aangemoedigd om er overheen te lopen.
Literatuur:
Caster, E. van en R. Op de Beeck, De grafkunst in Belgisch Limburg, Assen 1981.
Smeets, M., De kathedraal van Sint Christoffel te Roermond, Roermond 1953.
Kockerols, H., Monuments funéraires en pays Mosan 4. Arrondissement de Liège. Tombes et épitaphes, Malonne 2004.